Meteorologische winter start koud
Donderdag 1 december begint de meteorologische winter. Precies dan steekt een oostenwind op waarmee geleidelijk koudere lucht wordt aangevoerd. De lucht boven Oost-Europa en het westen van Rusland is niet extreem koud, toch gaan de temperaturen de komende dagen gevoelig naar beneden. Landinwaarts liggen de maxima komend weekend enkele graden boven nul en in de nachten is lichte tot matige vorst mogelijk, afhankelijk van de opklaringen. Het is komend weekend vooral de wind die het gevoelsmatig echt kouder maakt; door de stevige oostenwind ligt de gevoelstemperatuur (ruim) onder nul.
Of komend weekend gladheid oplevert, hangt vooral van opklaringen af. De aangevoerde lucht is tamelijk vochtig van oorsprong, waardoor met name tijdens opklaringen condensatiegladheid of rijpvorming op vooral bruggen mogelijk is. Komt het niet tot opklaringen, dan wordt het voor gladheid waarschijnlijk net niet koud genoeg.
Na het weekend zien we een interessante ontwikkeling op de weerkaarten verschijnen. De luchtdruk boven Rusland en Noord-Europa is hoog, dat geldt later komende week ook voor de luchtdruk nabij Groenland en IJsland. Hierdoor ontstaat als het ware een blokkade in de atmosfeer, die de westelijke doorstroming en zachte oceaanlucht geen kans geeft.
De lagedrukgebieden vanuit het westen zijn wel degelijk aanwezig, maar volgen een opvallend zuidelijke koers. Dit heeft alles te maken met de eveneens zuidelijk gelegen straalstroom, die als het ware met een omweg rond de blokkade van hoge luchtdruk moet. Lagedrukgebieden trekken daardoor vooral over Zuid-Europa verder oostwaarts. Af en toe kan een lagedrukgebied wel dichter bij ons land komen, waarmee van oorsprong zachtere lucht ons met een omweg probeert te bereiken. Aan de grond houdt de koudere oostenwind stand, wat in potentie een interessante weersituatie is.
Zo'n strijd tussen zachte en koude lucht lijkt zich ergens in de komende 14 dagen boven het midden of westen van Europa af te gaan spelen. Het gebeurt niet zelden dat dit weerpatroon resulteert in een bijzonder scherpe grens tussen twee luchtsoorten, ook wel 'luchtmassagrens' genoemd. Rondom zo'n grens is uitzonderlijk weer mogelijk. Daarbij moet worden gedacht aan allerlei soorten winterse neerslag, maar ook de bijzonder grote verschillen op korte afstand. Diep winters weer en zeer zachte omstandigheden met temperaturen in de dubbele cijfers liggen bij zo'n luchtmassagrens soms slechts enkele tientallen kilometers uit elkaar.
Het patroon dat zich ontvouwt, heeft de potentie voor een bijzondere sneeuwsituatie te kunnen zorgen. Echter lukt dit alleen maar in ons land als een lagedrukgebied vanaf de oceaan een precies 'juiste' koers weet te volgen. Een verschil van enkele tientallen kilometers in koers kan al het verschil zijn tussen regen of centimeters sneeuw.
In ons land is daarnaast de windrichting bij zo'n situatie ook van groot belang. Een westenwind voert relatief zachte lucht aan, waardoor kou vaak buiten onze landsgrenzen aanwezig is. Daarnaast moet de lucht rondom een lagedrukgebied ook koud genoeg zijn om de sneeuwgrens tot zeeniveau te laten dalen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Voor gladheidbestrijders is het nu de ideale tijd om alle apparatuur voor het sneeuwruimen te controleren. Nu is het nog niet nodig, maar binnen afzienbare termijn is niet uitgesloten dat de schuivers toch voor de strooiwagens gemonteerd moeten worden.
Of we wél of niet met sneeuw te maken krijgen, weten we pas over ruim een week. Wat wel 'zeker' lijkt, voor zo ver dat kan op deze termijn, is dat van echte winterkou in de tweede helft van december waarschijnlijk geen sprake lijkt te zijn. Waarom we dit nu al kunnen zeggen, heeft vooral te maken met het ontbreken van kou in het brongebied: Rusland en Oost-Europa. Hoe lang de wind ook uit het oosten waait, zeer koude lucht bereikt ons voorlopig dus niet.
Wat wél mogelijk is, en overigens niet helemaal is uit te sluiten, is dat kou zich terplekke kan opbouwen in ons deel van Europa. Hiervoor moet echter een krachtig hogedrukgebied lucht boven onze omgeving gevangen houden, waarna het onder rustige omstandigheden steeds verder kan afkoelen. Gezien de grootschalige ontwikkeling, is de kans hierop eveneens klein.
De luchtmassagrens zoals hierboven beschreven, lijkt wel redelijk intact te blijven richting kerst. Het is alleen de vraag waar deze precies komt te liggen. Het heeft er alle schijn van dat deze grens langzaam noordwaarts beweegt en de Atlantische Oceaan geleidelijk weer meer grip op het weer in onze omgeving krijgt. Dit is overigens wel een periode waarin winterse neerslag goed mogelijk blijft, al zijn details nu natuurlijk nog niet te geven.
De berekeningen in de meest recente 30-daagse laten rond kerst geen opvallende verdeling zien, laat staan een sterk signaal met een voorkeur voor een bepaald stromingspatroon. Over deze periode valt dus nog niet zo veel te zeggen. De kans op sneeuw tijdens kerst is vooralsnog het best met de klimatologische cijfers te beschrijven: zo'n 7% in het midden van het land tot 10% in het noordoosten.
Geen witte kerst wil overigens niet zeggen dat kerst niet winters kan verlopen. Afgelopen jaar vond een vorstinval plaats waardoor Tweede Kerstdag zelfs de laagste temperatuur van heel de winter bereikt kon worden: -8.7 graden in het Groningse Nieuw Beerta.
De komende weken zullen we een steeds beter beeld krijgen van de meteorologische ontwikkelingen voor en tijdens Kerst. Hierover houden we u uiteraard op de hoogte.
Met dank aan Wouter van Bernebeek
Onzekere tijden breken dus aan voor gladheidsbestrijders. Dit gladheidseizoen zetten we deze zogenaamde ‘strooihelden’ in het zonnetje. Iedereen die zich met gladheidbestrijding bezighoudt, valt onder deze categorie. En jij kan iemand nomineren voor strooiheld van het jaar!