De winter deelt zo af en toe al een voorzichtige speldenprik uit, waarbij de strooiwagens regionaal de weg op moeten. Grootschalige gladheid is nog uitgebleven, maar mogelijk komt daar in de komende maand verandering in.
We zijn in de decembermaand aanbeland en het koude winterweer begint steeds meer op stoom te komen. Deze week is dat gelijk te merken door een noordelijke stroming die koude lucht laat doordringen tot een groter deel van Europa, waaronder Nederland. In een noordwestelijke aanvoer worden op het moment geregeld buien aangevoerd. Tussendoor komen opklaringen voor en in de nachtelijke uren kan de wegdektemperatuur regionaal onder het vriespunt uitkomen. Zeker in de nacht naar vrijdag kan het op uitgebreide schaal tot bevriezingsgladheid komen.
Het weekend verloopt vervolgens vrij koud, maar met relatieve droge condities zullen de gladheidskansen klein zijn. Volgend week wordt het echter een stuk interessanter.
De pluimverwachting voor midden-Nederland laat een koud weerbeeld zien. In het nachten komt het geregeld tot lichte vorst.
Dat er ook op de wat langere termijn nog kou in de lucht hangt, daar zijn de berekeningen van het Europese weermodel redelijk eensgezind over. Ook komende week is in Scandinavië volop sprake van winterweer met temperaturen die 3 tot 6 graden onder het klimatologisch gemiddelde uitkomen. In delen van Noorwegen wordt zelfs een afwijking van 6 tot 10 graden als uitkomst gegeven.
De koude luchtsoort heeft het hoge noorden, maar ook een groot deel van Centraal-Europa in zijn greep en reikt grofweg tot een strook tussen het noorden van Frankrijk, de Alpenregio en de grensregio tussen Slowakije, Hongarije en Oekraïne. Deze grens is overigens niet in beton gegoten en kan door zachtere lucht vanuit het zuiden een stukje teruggedrongen worden.
De positie van hoge- en lagedrukgebieden zijn bepalend voor de windrichting, het transporteren van koude of zachte lucht van elders en dus het weerbeeld dat wij ervaren. Volgende week (12 tot 19 december) dringen lagedrukgebieden zich nadrukkelijker op. De wind zal hierdoor wat vaker uit het westen, zuidwesten of zuiden afkomstig zijn. Meestal wordt dit stromingspatroon geassocieerd met wisselvallig en relatief zacht weer. Zodra neerslagzones van een storing samenvallen met het grensvlak tussen koude en zachte lucht kan dit sneeuw veroorzaken, zoals ook 20 november het geval was toen een deel van Overijssel en Flevoland onder een laagje sneeuw werd bedekt.
Het kan dus zomaar voorkomen dat we komende week te maken krijgen met een nieuwe sneeuwzone over ons land, maar dat is nog erg onzeker. Mocht dat wel gebeuren dan kunnen de strooiwagens zich opmaken voor een paar drukke dagen en daarnaast zullen dan ook de sneeuwschuivers eraan te pas moeten komen. In dit artikel lees je tips over het bestrijden van sneeuw.
Na die periode wordt ten noorden van onze omgeving geregeld een hoge luchtdruk berekend. Eerst ligt het zwaartepunt, waar eventueel een kern van een hogedrukgebied tot ontwikkeling kan komen, vrij westelijk in de omgeving van IJsland en Groenland. Begin januari (week van 2 tot 9 januari) verschuift dit iets in oostelijke richting en de computerberekeningen geven een meer aaneengesloten strook van hogedruk van Groot-Brittannië tot diep in Rusland. Dit kan uitsplitsen in meerdere hogedrukgebieden.
Hoe dit zich verder ontwikkelt bekijken we volgende week in een nieuwe 30-daagse. Dan kunnen we ook meer in detail kijken richting de kerstdagen en oud&nieuw.
Onzekere tijden breken dus aan voor gladheidsbestrijders. Dit gladheidseizoen zetten we deze zogenaamde ‘strooihelden’ in het zonnetje. Iedereen die zich met gladheidbestrijding bezighoudt, valt onder deze categorie. En jij kan iemand nomineren voor strooiheld van het jaar!