In de gladheidsverwachtingen die de meteorologen van Infoplaza versturen naar de gladheidscoördinatoren worden ook verschillende soorten gladheid benoemd. We bespreken drie vormen van gladheid in deze blog.
Gladheid door condensatie of rijpvorming
De eerste en vaak veel voorkomende soort van gladheid is gladheid door condensatie; oftewel rijp. Dit is ook vaak de eerste soort gladheid waar we in het seizoen mee te maken krijgen. In de loop van de herfst zijn het vaak bruggen en viaducten die als eerste gladheid kunnen opleveren en dit is vrijwel altijd door rijpvorming.Rijpvorming. Foto: Jos Hebben
Bij rijpvorming speelt de dauwpuntstemperatuur een belangrijke rol. Voor gladheid zijn twee ingrediënten belangrijk; namelijk vocht en een wegdektemperatuur onder het vriespunt. Als er vocht aanwezig is op de weg en de temperatuur daalt dan onder het vriespunt, kan dat leiden tot gladde wegen.
Als we spreken van gladheid door condensatie of rijpvorming moet de weg eerst condenseren en dat kan als de dauwpuntstemperatuur hoger ligt dan de wegdektemperatuur. Dan vindt er een vochttransport plaats van de lucht naar de weg. Als dit proces plaatsvindt boven nul dan wordt de weg nat. Daalt het wegdek vervolgens onder het vriespunt dan bevriest de weg. Is de temperatuur van het wegdek al onder nul dan is er sprake van rijpvorming op de weg. Dat zie je vaak als de weg wit uitslaat.
Gladheid door bevriezing van natte weggedeelten
Een volgende soort van gladheid die we kunnen onderscheiden is het bevriezen van natte weggedeelten. Het belangrijkste verschil tussen deze vorm van gladheid en de gladheid door condensatie of rijp is het feit dat de dauwpuntstemperatuur in eerste instantie een iets minder grote rol speelt. Deze vorm van gladheid komt vaak voor als het overdag flink heeft geregend en er precies tijdens de avond brede opklaringen het land binnen trekken.
Bij weinig wind daalt de temperatuur van zowel de lucht als het wegdek razendsnel. De wegen hebben te weinig tijd gehad om op te drogen en als het wegdek dan onder het vriespunt uitkomt, bevriezen de nog natte weggedeelten. De dauwpuntstemperatuur speelt hierbij dus niet direct een rol.
Bevriezingsgladheid is vaak moeilijk zichtbaar. Foto Theo van Dalen
Dit is een hele verraderlijke vorm van gladheid omdat het soms heel lastig te zien is of een wegdek gewoon nat is of juist bevroren is. Een ander weertype waarbij deze vorm vaak voorkomt is bij buien. Bij buien wordt de weg uiteraard nat, maar in een buiensituatie zien we ook geregeld opklaringen. Tijdens die opklaringen kan een wegdek snel afkoelen, zeker midden in de winter als de wegen weinig bodemwarmte meer hebben. De wegen zijn dan nog nat en dat kan leiden tot bevriezing.
In dit soort situaties kan het zomaar gebeuren dat er vaker gestrooid moet worden, omdat buien zout verdunnen.
Gladheid door neerslag
En dan hebben we nog de laatste vorm van gladheid: gladheid door neerslag. Dat kan dan ook weer uitgesplitst worden in gladheid door sneeuw en gladheid door ijzel. Gladheid door sneeuwval spreekt eigenlijk voor zich. Bij sneeuwval in de verwachting gaan alle alarmbellen rinkelen. Als eerste wordt er preventief zout gestrooid. Wanneer er een sneeuwlaag ontstaat wordt er geschoven en vervolgens opnieuw gestrooid.
Sneeuw. Foto: Martin Veye
Bij ijzel valt er onderkoelde regen. Hoog in de atmosfeer valt neerslag altijd als sneeuw, maar naarmate we lager in de atmosfeer komen smelt de sneeuw en valt regen. Bij ijzel bevindt zich nog een koudere laag waarin het vriest in het onderste deel van de atmosfeer. In deze laag koelen de regendruppels flink af tot onder het vriespunt. De laag is echter niet dik genoeg om de druppels helemaal te laten bevriezen, waardoor er onderkoelde regen valt. Zodra het de grond raakt of voorwerpen raak vriezen de druppels meteen vast.
Wegen die eerst nog een wegdektemperatuur boven nul hebben kunnen door deze onderkoelde druppels snel afkoelen tot onder het vriespunt. Hierdoor kan het spekglad worden. Vaak en veel strooien is in dit geval noodzakelijk.
IJzel. Foto: Ton Wesselius
IJzelvorming ontstaat soms ook in situaties waarin geen onderkoelde regen valt. Dit gebeurt wanneer er een neerslagzone of een bui overtrekt, terwijl de ondergrond nog bevroren is. De luchttemperatuur aan het aardoppervlak is dan al wel boven nul, maar de wegdektemperatuur loopt langzamer op en ligt nog onder het vriespunt. De regendruppels vallen in dat geval op een bevroren weg en daardoor kan een ijzellaagje ontstaan. In dit geval zijn de regendruppels niet onderkoeld en zal het wegdek door de regenval geleidelijk opwarmen. Over het algemeen duurt ijzel in deze situaties korter dan wanneer er sprake is van ijzel door onderkoelde regen.
Webinar Gladheid in Europa
Op 23 maart 2023 organiseren we weer een live webinar, en kijken daarbij over de grenzen. Want hoe werken gladheidsbestrijders elders in Europa eigenlijk? En met welke geografische en meteorologische uitdagingen hebben zij te maken? We nemen je mee op reis en vragen ons af: wat kunnen we van onze collega's in het buitenland leren?