Weersituaties met sneeuw zijn altijd zeer drukke situaties voor gladheidbestrijders. Het is echter sterk afhankelijk van de situatie welke strategie het beste werkt én het meest efficiënt is. We kijken in dit artikel naar de verschillende scenario's.
Een strooiactie voordat de sneeuwval begint is vaak een heel goede aanpak van gladheidbestrijding bij sneeuw. Maar soms is het juist helemaal niet handig om dat te doen! Welke aanpak het beste is, hangt sterk af van de weersituatie. Met name de overgang van luchtmassa is belangrijk. Door te kijken naar de manier waarop de luchtmassa wordt vervangen, kan je vaak al een vrij goede inschatting van de juiste strategie maken. In grote lijnen zijn drie verschillende scenario's relevant als het om sneeuwval gaat: neerslag op de grens van zacht naar koud, neerslag in de koude lucht en neerslag op de grens van koud naar zacht.
Sneeuwval zien we in ons land vaak wanneer een koude en vrij zachte luchtsoort met elkaar in botsing komen boven ons land. Minder vaak zien we sneeuwval diep in de koude lucht. De voorgeschiedenis van de sneeuwsituatie vertelt al vrij veel over de beste aanpak. Wanneer koude lucht ons land nadert en zachte lucht verdrijft, stroomt de koude lucht als een wig onder de warme lucht door. Langs het grensvlak wordt de zachte lucht opgetild door de koude lucht, waardoor buien en dikke wolkenpakketten ontstaan waaruit neerslag valt.
Typisch voor dit soort situaties is regen die overgaat in natte sneeuw (en vervolgens sneeuw) als koudere lucht steeds verder terrein wint. In dit soort situaties is het niet verstandig om vóór aanvang van de neerslag al een strooiactie te starten, omdat de regen het zout verdunt. Het duurt vaak ook even voor de wegdektemperatuur zelf daalt richting het vriespunt. Verstandiger is om te wachten wanneer de neerslag duidelijk een mixvorm krijgt van regen en natte sneeuw, of hoofdzakelijk natte sneeuw. Vanaf dat moment daalt de wegdektemperatuur vaak snel richting het vriespunt, uiteraard afhankelijk van de luchttemperatuur én neerslagintensiteit, totdat sneeuw langzaam blijft liggen. Idealiter wordt vlak voor dit moment een strooiactie gestart. Valt eenmaal 'droge sneeuw', dan is zaak actief te blijven tot de sneeuwval stopt, of wanneer de wegen geheel schoon zijn.
Dus door niet te vroeg te strooien, kan je een strooiactie uitsparen. Gunstig voor milieu en portemonnee! Het Infoplaza-wegdekmodel en onze meteorologen kunnen vrijwel altijd goed op dit soort situaties inspringen, ondanks dat het zeker geen gemakkelijke situaties zijn.
Als koude lucht de zachte lucht kan verdrijven, kan dat natuurlijk ook andersom. Maar het verdrijven van kou is altijd bijzonder verraderlijk, zeker als het lang koud is geweest. In de vorige paragraaf is beschreven dat de koude lucht als wig onder de zachte lucht doorschuift. Dit proces verloopt stukken gemakkelijker dan wanneer zachte lucht de koude lucht probeert te verdrijven.
Koude lucht heeft de neiging om nabij het aardoppervlak te 'blijven plakken', waardoor het oprukken van zachte lucht altijd zeer moeizaam verloopt. Daardoor ontstaat vaak ook een lange overgangszone van koud naar zacht waarin neerslag valt. De neerslag begint vrijwel altijd als sneeuw, waarna ineens allerlei andere neerslagvormen mogelijk worden: natte sneeuw, ijsregen en zelfs ijzel. Pas als laatste komt weer regen voor als zachte lucht terrein wint.
Het is natuurlijk duidelijk dat preventief strooien in dit soort situaties ontzettend nuttig is. De eerste neerslag is zonder bestrijding altijd gladheidgevend. Afhankelijk van de neerslagduur, -intensiteit en -soort, moet soms vaker worden gestrooid, zeker in geval van ijzel. Strooiacties blijven minstens nodig totdat de neerslag is overgegaan in regen of totdat de wegdektemperatuur duidelijk het nulpunt doorkruist en erboven blijft.
Wanneer het lang koud is geweest, moet in dit soort situaties ook altijd rekening worden gehouden met opvriezen of regen op een bevroren ondergrond. In een negatief geval kunnen soms binnen 24 uur meer dan zes acties nodig zijn. Denk daarbij aan verdunning door regen, terwijl de ondergrond ontzettend koud is. Het gladheidmodel van Infoplaza is gelukkig goed in staat om met deze kou in de bodem om te gaan, waardoor in samenspraak met onze gladheidklanten een juiste hoeveelheid strooizout per actie kan worden bepaald.
Wanneer een sneeuwstoring over ons land trekt terwijl we diep in de koude lucht zitten, is het voor zowel meteorologen als gladheidbestrijders vaak zeer inzichtelijk wat staat te gebeuren. De neerslag valt volledig in de vorm van sneeuw en vaak zijn het wegdek en de ondergrond dusdanig koud dat sneeuw ook blijft liggen.
Vanzelfsprekend is een preventieve strooiactie dan noodzakelijk. Afhankelijk van de duur van de sneeuwval en hoeveelheid sneeuw zijn soms meerdere acties nodig. Na de sneeuwval is een curatieve strooiactie vaak voldoende om gladheid door sneeuwresten op te vangen.
Wanneer na zo'n sneeuwsituatie het meerdere dagen koud blijft, terwijl overdag de zon schijnt, is het regelmatig schouwen van wegen wel belangrijk. Zeker langs de rand van de wegen kunnen resten sneeuw door toedoen van de zon en de relatief warme toplaag van het asfalt voor plassen en lokale verdunning zorgen. Regionaal kan dan weer een nieuwe strooiactie nodig zijn.
Dit gladheidseizoen zetten we ‘strooihelden’ weer in het zonnetje. Iedereen die zich met gladheidbestrijding bezighoudt, valt onder deze categorie. En jij kan iemand nomineren voor strooiheld van het jaar, de verkiezen die we nu voor het tweede jaar op rij houden. Wie verdient volgens jou de eer?