Elk type gladheid bestrijd je met het strooien van zout. Maar de hoeveelheid zout die gestrooid wordt bij sneeuw is hoger dan bij bijvoorbeeld rijpvorming. Kennisplatform CROW heeft handige richtlijnen opgesteld voor de hoeveelheid strooizout per m2 bij elk type gladheid. Dit advies, samen met het moment waarop de strooiactie plaatsvindt, bepaalt in grote mate of gladheid voorkomen kan worden.
Hoe zit het met zout?
Zo voorkomt zout gladheid: strooizout mengt zich met water, waardoor op het wegdek pekel ontstaat. Omdat pekel een lager vriespunt heeft dan water, wordt het - afhankelijk van de hoeveelheid zout op de weg - minder snel glad. Weggebruikers die het strooizout inrijden zorgen ervoor dat het zout zich sneller mengt en dat het wegdek dus minder snel glad wordt. Valt er veel regen net na een strooiactie, dan spoelt de pekel van het wegdek. De kans op gladheid neemt dan weer toe zodra de wegdektemperatuur kort daarna wel onder het vriespunt zakt. Het tijdstip waarop er gestrooid wordt, in combinatie met de hoeveelheid zout per strooiactie, is dus van groot belang.
Bevriezing van wegen en rijpvorming
Rijpvorming vormt zich op het wegdek wanneer de wegdektemperatuur onder het vriespunt ligt en de dauwpunttemperatuur hoger is dan de wegdektemperatuur. Je kunt dit ook daadwerkelijk zien aan het wegdek, er ontstaat een witte waas. Daarnaast komt er ook gladheid voor door bevriezing van natte weggedeelten. Bijvoorbeeld wanneer het heeft geregend en het wegdek nog nat is en de wegdektemperatuur tijdens opklaringen onder het vriespunt uitkomt.
Ben je aangesloten bij een weerbureau? Dan zien zij dit vaak gedurende de dag al aankomen en raden ze je tijdig aan te gaan strooien. Bij rijpvorming en bevriezing van natte weggedeelten, is het advies van CROW om 7 tot 10 gram zout per m2 te strooien.
Wat te doen bij sneeuw?
Gladheid door sneeuwval is lastiger te bestrijden. Het is belangrijk om zo’n 2 à 3 uur voordat de eerste sneeuwvlok valt te strooien. De eerste sneeuwvlokken zorgen namelijk voor het vocht dat het zout nodig heeft om in te werken - en het verkeer kan dan het zout inrijden. Vooral bij droog strooien is dit het geval. Bij natzout maak je de weg al wat vochtig met pekelwater. Valt er behoorlijk wat sneeuw? Dan is het zaak om te gaan schuiven en opnieuw te strooien om de kans op gladheid te beperken. Bovendien bestrijd je dan de gladheid op twee manieren, zowel van onder en van boven.
Sneeuwval op straat. Foto: Martin Herms
Houd daarnaast je gladheidmeldsysteem en de weersverwachting goed in de gaten. Vraag eventueel telefonisch om advies bij je weerbureau. Zij zijn dag en nacht op de hoogte van de weersverwachting en helpen je een weloverwogen beslissing te maken óf je moet strooien en op welk moment.
Sneeuw is een lastig te bestrijden vorm van gladheid. Daarom wordt aangeraden meer zout te gebruiken. Wordt er sneeuw verwacht? Kies dan voor bijvoorbeeld 15 gram zout per m2.
Lees ook 3 tips voor gladheid bij sneeuw
Hoe bestrijd je ijzel?
IJzel ontstaat op het moment dat (onderkoelde) regen op een koud oppervlak valt. Wanneer het ijzelt, ontstaat er een ijslaag op straten en wegen die voor extreem gladde situaties kan zorgen. Omdat het bij zeer lichte neerslag al erg glad kan worden, is ijzel vaak verraderlijk.
IJzel is daarnaast de moeilijkste vorm van gladheid om te bestrijden. IJzeldruppeltjes kunnen namelijk om zoutkorrels heen bevriezen, waardoor het zout zich niet meer mengt en zijn werking verliest. Helaas heb je dit vaak niet in de hand. Omdat ijzeldruppels het zout ook kunnen inkapselen, wordt aangeraden bij het strooien een behoorlijke hoeveelheid zout te gebruiken. Zorg dus voor een dikke laag zout van ten minste 20 gram per m2 op het wegdek.
Een weerbureau weet vaak wel of er ijzel verwacht wordt. Strooi tijdig voor de ijzel uit, maar strooi ook nog geregeld tijdens en na.
Basisgids voor gladheidsbestrijding
Wil jij beslagen ten ijs komen tijdens het gladheidseizoen? Vergroot dan jouw kennis en download de basisgids gladheidsbestrijding.