Het weer wordt niet lokaal gecreëerd, maar is verbonden met verre streken. In feite is de richting waaruit de wind waait meestal een duidelijke indicatie van welke luchtsoort wordt aangevoerd. In dit artikel bespreken we hoe verschillende luchtsoorten het winterweer in Nederland bepalen.
Lucht met vergelijkbare temperatuur en luchtvochtigheid noemen we in de meteorologie een luchtsoort. Deze luchtsoorten worden gescheiden door smalle zones waarin de temperatuur op korte afstand sterk verandert – de zogenaamde fronten. Om een grote opeenhoping van lucht met vergelijkbare eigenschappen te laten ontstaan, moet het aardoppervlak over grote afstanden vergelijkbare eigenschappen hebben. Het vochtgehalte van de lucht verschilt vooral boven zee (maritieme lucht) en boven land (continentale lucht).
Ook bepaalt de regio hoe warm de luchtsoort is. Meteorologen kijken naar de temperatuur in de bovenlucht en geven op basis daarvan de lucht een classificatie: arctische lucht (poolstreken), polaire lucht (gematigde breedten), tropische lucht (subtropen) en equatoriale lucht (tropen). Polaire lucht bevindt zich gemiddeld boven de Noordzee en tropische lucht gemiddeld boven de Middellandse Zee. Dat Nederland tussen beide luchtsoorten wisselt, is dan ook niet zo verwonderlijk.
Met elkaar gecombineerd krijgen we de volgende hoofdluchtsoorten:
Maritieme luchtsoorten
Continentale luchtsoorten
Omdat we in Nederland op de zogenaamde middenbreedtegraden wonen, domineren westenwinden hier over het algemeen het weer. Deze waaien vanaf de Atlantische Oceaan en zijn daarom relatief vochtig. Omdat de zee heel langzaam reageert op temperatuurveranderingen, is de lucht meestal gematigd qua temperatuur.
Koud winterweer met sneeuw vereist een koude luchtsoort uit het hoge noorden. Maritiem polaire lucht of arctische lucht wordt op weg naar het zuiden enigszins opgewarmd door het water van de Noordzee of de Oostzee. Omdat de lucht daardoor ook veel vocht bevat, biedt dit Koning Winter de beste kansen voor winterse perikelen. De subpolaire lucht komt van de Noord-Atlantische Oceaan, uit het gebied rond IJsland. Hoewel deze luchtsoort relatief koud is, vooral in hogere luchtlagen, warmt de lucht tijdens de lange reis over het water, met name in de lagere luchtlagen, aanzienlijk op. Hierdoor krijgen we te maken met het minder populaire kwakkelweer. Overdag liggen de maxima enkele graden boven het vriespunt, en winterse buien gaan vaak gepaard met natte sneeuw.
Droge en zeer koude lucht is in de wintermaanden met name boven Rusland te vinden, omdat de grote landmassa van Eurazië in de winter sterk afkoelt. De opgewarmde continentale poollucht bereikt ons land met een oostelijke windrichting en leidt in de winter tot bevroren sloten en ijsdagen. Grote neerslaghoeveelheden zijn niet te verwachten, maar aanhoudende vorst kan ervoor zorgen dat de grond diep bevriest.
Wanneer de windrichting naar het noordoosten draait en continentale polaire lucht of arctische lucht binnenstroomt, kan het flink afkoelen. Deze weersomstandigheden kenmerkten de grote ijswinters uit het verleden; deze zijn de laatste decennia echter zeer zeldzaam.
Voor de derde keer op rij organiseert Infoplaza de verkiezing 'Strooiheld van het jaar'. Hierin worden gladheidsbestrijders in het zonnetje gezet. Wie verdient het volgens jou om de titel 'Strooiheld van het jaar 24/25' te krijgen? Laat het ons weten en wie weet wordt jouw collega winnaar!