Een onweersbui die langs jouw evenement trekt: het klinkt als goed nieuws. Vaak is dat ook zo, maar in sommige gevallen loert een onzichtbaar gevaar met potentieel enorme gevolgen. Hoe dat zit, lees je in deze blog.
In het zomerhalfjaar zien we in ons land veel evenementen, want het is dan tenslotte vaker heerlijk buitenweer dan in het winterseizoen. Door de warmte kunnen in het zomerhalfjaar buien ook zwaarder worden. Vaak zien we dat pittige regen- of onweersbuien over festivalterreinen trekken, soms met bijzonder vervelende gevolgen. Voor een festivalorganisatie is het daarom altijd fijn om een onweersbui op ruime afstand langs te zien trekken. Gevaar geweken zou je zeggen! Inderdaad, meestal is dat ook zo. Maar in sommige gevallen kan een onweersbui op grote afstand alsnog voor heel vervelende weersomstandigheden zorgen, met alle gevolgen van dien.
Heel kort door de bocht bestaat een (onweers)bui uit twee belangrijke luchtstromen: een opwaartse luchtstroom waarmee warme en relatief vochtige lucht vanaf het aardoppervlak in de bui gevoed wordt en een koude neerwaartse luchtstroom met vaak ook neerslag die de warme opwaartse luchtstroom als het ware 'compenseert''. Van de opwaartse luchtstroom merken we op het aardoppervlak weinig. Het enige dat we zien is het groeien van een enorme stapelwolk. De neerwaartse luchtstroom in een bui kan je bijna altijd wel merken.
Vallende regendruppels en soms hagelstenen trekken lucht vanaf grote hoogte als het ware mee naar beneden. Dit is ook altijd vrij koude lucht, wat tijdens de weg naar beneden meestal ook steeds sneller naar het aardoppervlak begint te vallen. Daar waar warme lucht lichter is dan de omgeving en daardoor opstijgt, geldt voor koude lucht het tegenovergestelde: de koude lucht uit een (onweers)bui versnelt naarmate het langer naar beneden valt. Die vallende lucht komt op een gegeven moment op het aardoppervlak terecht. Die lucht kan de grond niet in, dus zal horizontaal moeten uitstromen over het aardoppervlak. Dit is de reden waarom tijdens buien vrijwel altijd merkt dat het harder gaat waaien.
De dalende luchtstroom in (onweers)buien is soms bijzonder sterk. In Nederland zien we meestal één of twee keer per jaar een geval waarbij zware schade optreed als gevolg van een zogenaamde 'valwind'. De krachtige neerwaartse luchtstroom zorgt dan in een zware bui voor zeer zware windstoten, met soms zware schade als gevolg. Deze windstoten komen vrijwel altijd dicht tegen of in een bui voor, maar dat is niet altijd het geval.
Het horizontaal uitspreiden van de neerwaartse luchtstroom uit een bui gaat meestal hooguit enkele kilometers van een bui af. Daarna mengt deze lucht zich met de omgeving en uiteindelijk neemt de heersende wind het weer over. Wanneer de neerwaartse luchtstroom in buien bijzonder sterk is en het contrast met de omgevingslucht rond de bui zeer groot is door bijvoorbeeld een groot temperatuurverschil in en naast een bui, kan de koude lucht uit buien soms tot tientallen kilometers ver van de bui af komen.
Meestal merk je op afstand van een bui dat de wind van richting verandert en dat het afkoelt, maar soms kunnen ook nog venijnige windstoten voorkomen terwijl er letterlijk nauwelijks een wolkje aan de lucht is! Zo'n grensgebied tussen de koude lucht uit buien en de onverstoorde omgevingslucht worden 'outflow boundaries' genoemd, letterlijk vertaald 'windstotenfront van koude lucht uit buien'.
Outflow boundaries zijn een onzichtbaar gevaar. Op het eerste oog lijkt er niks aan de hand, want een (onweers)bui trekt op grote afstand langs of is pas over een langere tijd op jouw locatie. De wind uit een (onweers)bui houdt zich dus niet altijd aan de regels. In een situatie met buien, moet je als evenementorganisator altijd goed voorbereid zijn op het eventueel voorkomen van (zware) windstoten, of rekening houden met buien die langs of over trekken.
In 2011 is het in op de Indiana Fairgrounds in Indianapolis gruwelijk mis gegaan toen een outflow boundary voor zeer zware windstoten zorgde - nog ver voordat een onweersbui de regio bereikte. Als gevolg van de windstoten stortte een groot podium in waardoor 7 mensen om het leven kwamen en bijna 60 mensen gewond raakte.
Ook in ons land komen outflow boundaries regelmatig voor. Meestal zijn ze zwak, maar op 26 juli 2019 zagen we een sterker exemplaar. Onweersbuien trokken toen over het zuiden en westen van Noord-Brabant richting Zuid-Holland. Tot ruim 50 kilometer noordwaarts, in de onder andere Betuwe en op de zuidelijke Veluwe, regende het meldingen van afgebroken zonneschermen en kapotte parasols doordat mensen werden overvallen door de plotselinge windstoten tot liefst 70 km/uur zonder dat er een wolkje aan de lucht was.
Met het blote oog zijn outflow boundaries nauwelijks of meestal totaal niet te zien. Als je er echt op gaat letten, dan verraad zo'n windstotenfront zich in agrarisch gebied soms nog door opwaaiend stof. Als je dat ziet, is het echter al te laat om nog maatregelen te kunnen treffen.
Meteorologen hebben tegenwoordig gelukkig vaak een beter beeld van dit weerfenomeen. Door de betere radartechnieken kunnen met speciale visualisaties van radargegevens dit soort outflow boundaries in kaart worden gebracht. Meteorologen zijn daardoor in staat om tijdig contact te zoeken met festivalorganisatoren om ze te wijzen op dit weerfenomeen. Ook de meteorologen bij Infoplaza gebruiken deze radargegevens tijdens het bewaken van festivals in binnen- en buitenland.