De winter van 2020/2021 ligt inmiddels alweer even achter ons. Winters weer kwam moeizaam op gang, maar had daarentegen een lange adem. In februari was het volop winter, april verliep zeer koud en er viel nog sneeuw, maar ook in de andere wintermaanden viel er nog genoeg te beleven. Tijd om terug te blikken dus. Dan doen we in woord, maar ook in video. Gladheidsmeteoroloog Alfred Snoek en gladheidscoördinator van de gemeente Hellevoetsluis Sander Kruithof nemen je mee naar de praktijk in een webinar. Kijk het webinar hier terug.
Gladheid op bruggen en viaducten
Hoewel de nachten in april nog erg koud waren, was er van gladheid vaak geen sprake meer. Dat heeft alles te maken met de aanwezige warmte in de bodem. De zon heeft overdag inmiddels al zo veel kracht dat de bodem flink verwarmd wordt en de wegdektemperatuur in de nachten niet meer onder het vriespunt komt.
Een belangrijke uitzondering hierop zijn bruggen en viaducten. Deze hebben geen ondergrondwarmte en kunnen dus veel kouder worden dan de gewone wegen. We zien dit veel gebeuren in het najaar en voorjaar. Rijpvorming op bruggen en viaducten is dan ook de eerste gladheid waar we mee te maken krijgen na het zomerhalfjaar. Vaak vindt dit als eerste plaats in november. Afgelopen winter hadden we zelfs in november nog te maken met warme dagen (meer dan 20 graden) en dus duurde het lang voordat er sprake was van echte gladheid. Dit kwam voorzichtig in december.
Op bruggen en viaducten treedt vaak de eerste gladheid van het seizoen op. Foto van Willy Bonnink.
Korte dagen
Als we eenmaal aangekomen zijn in december wordt de daglichtperiode steeds korter. De zon heeft weinig kans meer om de wegen de verwarmen en dat zorgt er dan ook voor dat het wegdek zijn bodemwarmte meer en meer verliest. De eerste gladheid op gewone wegen door rijp of bevriezing vindt dan ook vaak plaats in december. Tot en met 11 december kwam het geregeld tot lage minima en ook de wegen koelden vaker sneller af. Dit resulteerde in gladheid door rijpvorming op de wegen. Bij rijpvorming is het belangrijk dat de wegdektemperatuur onder het dauwpunt ligt. Op die manier kan er condensatie/rijpvorming plaatsvinden op de weg. Als er sprake is van minima rond -5 graden, is het dauwpunt ook vaak laag en omdat wegen maar zelden onder de -5 graden afkoelen komt rijp tijdens koude nachten niet vaak voor. Vorst betekent dus niet automatisch dat het dus ook glad wordt.
Bij bevriezingsgladheid is dat een heel ander verhaal. In de nacht van 7 op 8 december was dit de soort gladheid die voorkwam. Op 7 december regende het enige tijd en in de avond klaarde het breed op. Veel wegen waren nog nat en bij weinig wind en heldere omstandigheden leek het in de daaropvolgende nacht op uitgebreide schaal tot gladheid door bevriezing te komen. In dit geval hoeft de wegdektemperatuur maar iets onder het vriespunt uit te komen of er is sprake van gladheid. Logischerwijs werd er dus flink gestrooid door gemeentes en provincies. Zout zorgt voor een vriespunt verlagend effect, wat betekent dat ijs of eventuele rijp weer vloeibaar zal worden (of niet ontstaat).
Eindelijk weer sneeuw
De afgelopen jaren was sneeuw een zeldzaamheid, maar op 16 en 17 januari was het wel weer raak. Een sneeuwfront trok van west naar oost over het land en liet enkele centimeters sneeuw achter. Gezien het feit dat het alweer een tijd terug was, was iedereen extra alert. Belangrijk bij een sneeuwfront dat overtrekt is om te zorgen dat je voor de sneeuw uit al een laag zout hebt gestrooid. De eerste sneeuw die valt kan je dan meteen opvangen. Vervolgens is het belangrijk de wegen schoon te houden met schuivers en borstels om daarachteraan meteen een nieuwe laag zout te strooien. Bij kleine neerslaghoeveelheden is borstelen en strooien vaak voldoende. Als de koude lucht wordt verdreven gaat dit vaak gepaard met ijzel. Dat was in deze situatie ook het geval, maar bleef het beperkt tot een kleine regio. Over ijzel komen we zo nog uitgebreid te spreken.
Bij sneeuw gaat strooien en schuiven er vaak zo aan toe. Foto van Peter Echten.
Even op en top winter
Gedurende de december en januari maand was het af en toe wel even winters, maar een echt winterse periode beleefden we in februari. Al dagenlang zat het in de kaarten: sneeuw, veel sneeuw! Op 6 en 7 februari zorgde een actief neerslaggebied voor 10 tot lokaal 30 cm sneeuw. Daarbij stond er ook nog eens een stevige wind wat zorgde voor sneeuwjacht. En juist die wind maakte het enorm lastig om de wegen begaanbaar te houden. De wind zorgde er namelijk voor dat de sneeuw tientallen centimeters hoog werd opgestapeld en ook continue weer de weg over werd geblazen. In dit soort situaties hebben gladheidsbestrijders een non-stop taak om de wegen begaanbaar te houden. Bekend probleem was de aankoekende sneeuw. In het webinar wordt daar verder bij stilgestaan.
Nadat de wind eenmaal was gaan liggen en het was gestopt met sneeuwen kon er worden genoten van een winterwonderland. De week daarna vroor het zowel overdag als in de nachten en kon er dikke ijsvloer gevormd worden. Door de zeer droge lucht was er van gladheid eigenlijk geen sprake, maar doordat de zon overdag al aan kracht aan het winnen was zorgde smeltwater her en der wel voor verraderlijk gladde stukken weg. De gladheidscoördinatoren spelen dan een belangrijke rol. Zij zijn dan de ogen van de meteoroloog in de weerkamer. Op de gladheidsmeldsystemen (GMS stations) is dit vaak niet te zien, omdat de natte plekken zich vaak beperken tot de bermen of op wegen die in een soort dalletje liggen. De GMS stations geven dan niet een representatief beeld van de omgeving. Wat hierbij ook kan helpen is om de sneeuw wat verder van de berm weg te schuiven. Vooral in de avond is het dan van belang om een ronde te maken door het beheersgebied om risicovolle plekken in kaart te brengen.
Sneeuw en ijs zorgen voor gladde wegen, maar ook voor veel plezier. Foto van Martin Döll.
Een glibberige afsluiting
Koud winterweer blijft in Nederland tegenwoordig niet weken plakken en als het dan verdreven wordt gaat het vaak niet zonder slag of stoot. Ook deze keer ging dat gepaard met ijzel. Voor gladheidscoördinatoren de meest vervelende soort van gladheid. In de meteorologie spreken we van ijzel als onderkoelde regendruppels direct vastvriezen op alles wat ze aanraken. Regen die valt op een bevroren ondergrond is meteorologisch gezien geen ijzel, maar het geeft hetzelfde effect. Als coördinator is het van belang voor de regen uit een extra dikke laag zout te strooien en dit vaker herhalen, totdat de wegdektemperatuur boven nul is uitgekomen. Een lastige vorm van gladheid die niet vaak voorkomt maar wel voor veel overlast kan zorgen. Het KNMI speelt hier vaak al op in door een code rood uit te geven en de mensen erop alert te maken. Grootschalige ijzel kwam voornamelijk voor in het oosten en noordoosten. In het zuiden en westen bleef het beperkt tot kortstondige en lokale ijzel op binnenwegen.
IJzel is de meest vervelende en gevaarlijkste vorm van gladheid. Foto van Jan Kuipers.
De rest van de februarimaand ging bijna als recordwarm de boeken in, uiteindelijk verliep de maand in zijn geheel zelfs zachter dan normaal.
Lange adem
Na het lenteweer in de tweede helft van februari leek de winter voorbij, maar in maart en vooral in april werd er soms weer flink koud. April was de koudste aprilmaand in jaren en het kwam geregeld tot vorst. Op 7 april viel er zelfs nog een aantal centimeter sneeuw. De gemeentes en provincies moesten er nog geregeld uit voor een strooiactie. Op een enkele keer na, bleef het vaak bij bruggen of viaducten. Net als in het najaar zie je dat in het voorjaar de bodemwarmte er vaak voor zorgt dat de gewone wegen niet meer onder het vriespunt uitkomen. Hoe meer kracht de zon krijgt, hoe moeilijker het wordt en tegelijkertijd worden de nachten ook steeds korter om het flink af te laten koelen. En dus waren het vaak acties voor bruggen, viaducten en gevoelige plekken.
Webinar "Gladheidbestrijding in de praktijk - een terugblik op de winter van '20 - '21”
Zo komt er een einde aan een veelzijdig winterseizoen waarin er weer eens echt winterweer voor is gekomen in ons land. In het onderstaande webinar wordt er nog uitgebreid ingegaan op een aantal wintersituatie en hoe daarvan geleerd kan worden met betrekking tot strooien.