Om gladde wegen te bestrijden, is het voor een gladheidscoördinator eenvoudig om te leunen op het strooiadvies van Rijkswaterstaat, de provincie of het gladheidmeldsysteem (GMS) van een buurgemeente. Maar of dit leidt tot optimale verkeersveiligheid, is de vraag. Hoe nauwkeuriger de lokale weerdata, hoe beter de kwaliteit van het strooibeleid. In deze blog lees je drie tips voor wegbeheerders van gemeenten om de veiligheid van weggebruikers te vergroten en meer grip te krijgen op gladheidsbestrijding.
1. Plaats wegdeksensoren en weerhutten
Zonder data van lokale wegdeksensoren en weerstations langs de wegen, weet je als gladheidscoördinator nooit helemaal zeker of het wegdek in jouw gemeente glad zal worden. Ook omgevingsfactoren in de gemeente zoals het type wegdek, schaduwplekken of de aanwezigheid van bruggen bepalen in grote mate of, waar en wanneer het glad wordt. Weerhutten en wegdeksensoren op deze plekken meten niet alleen de neerslag, maar ook de luchtvochtigheid. Deze data van het gladheidmeldsysteem is essentieel voor het voorkomen van bijvoorbeeld condensatiegladheid.
Het plaatsen van traditionele wegdeksensoren en weerhutten wordt vaak gezien als een kostbare en tijdrovende klus. Toch hoeft dit niet zo te zijn. Er zijn tegenwoordig namelijk ook IoT-sensoren en weerhutten beschikbaar. De installatie van dit type sensoren vergt minder freeswerk, simpelweg omdat ze op batterijen werken en geen aansluiting op het elektriciteitsnetwerk nodig hebben. Dit scheelt arbeidsuren en kosten. Hierdoor zijn IoT sensoren over het algemeen zo’n 60% goedkoper zijn in aanschafprijs dan traditionele sensoren.
2. Verdiep je in de gladheidsmaterie
Kennis is macht, dat geldt ook voor het bestrijden van gladheid. Wie de gladheidstheorie goed beheerst, kan zelf sneller beslissen of de strooiwagens op pad moeten. Natuurlijk kost dit jou als coördinator wat tijd. Het eerste jaar dat je beslissingen neemt op basis van lokale data uit het GMS, zul je ook moeten investeren in het opleiden van het gladheidsbestrijdingsteam. De maanden na elke zomer zijn bij uitstek de periode waarin de kennis weer opgefrist moet worden om goed voorbereid te zijn op het aankomende gladheidsseizoen. Weet dat er tal van cursussen, webinars, gidsen en tips van meteorologen beschikbaar zijn waarmee je de theorie snel weer toe kunt passen in de praktijk.
Volg Infoplaza Gladheidsbestrijding op LinkedIn om op de hoogte te blijven
3. Zorg voor een meteoroloog als achterwacht
Of er gladheid wordt verwacht in jouw gemeente hoef je niet zelf continu in de gaten te houden. Wanneer je bent aangesloten bij een weerbureau, ontvang je automatisch berichten met daarin de gladheidsverwachting en een strooiadvies.
Er kunnen situaties ontstaan waarin de provincie (of Rijkswaterstaat) en het weerbureau een afwijkend advies geven. Bijvoorbeeld wanneer een aantal sneeuwbuien zich richting de provincie bewegen, terwijl er in jouw gemeente geen neerslag wordt verwacht.
Een ander veelvoorkomend dilemma speelt zich af in de avonduren. Wanneer er ’s nachts gladheid wordt verwacht, wil je misschien overleggen met een meteoroloog om te bepalen of het zout van je eerdere strooiactie nog voldoende zal zijn om ook de ochtendspits veilig te laten verlopen. Op zulke momenten wil je de telefoon kunnen pakken en direct antwoord krijgen op de vraag of je moet strooien of niet. Zorg dus dat jouw weerbureau dag en nacht een meteoroloog paraat heeft staan om jou te helpen beslissen. Zo vergroot je de veiligheid van weggebruikers én houd je zelf meer grip op gladheidsbestrijding.