De maand april staat op het punt van beginnen en dat betekent (bijna) het einde van het gladheidsseizoen. Tijd om eens terug te blikken naar de belangrijkste gladheidssituaties van het afgelopen jaar.
De eerste helft van het seizoen verliep zacht, maar we hebben wel degelijk te maken gehad met serieuze gladheidssituaties. In november kwam het regionaal al tot sneeuwval en in december was een ruime week volop winter. Die week werd afgesloten met grootschalige ijzel, waar de gladheidsbestrijders erg druk mee waren. Uiteindelijk sloten we het jaar af met een recordwarme oudjaarsdag en gingen we het jaar in met een recordwarme Nieuwjaarsdag. Halverwege het seizoen schreven we al uitgebreid over de eerste helft van het winterseizoen. Dat kan je hier nog eens rustig teruglezen.
Na een zeer zachte eerste helft van januari, kregen we in de tweede helft wel degelijk te maken met winterweer. Van 16 tot en met 18 januari was er vooral sprake van bevriezingsgladheid. Overdag en in de avond trok een regengebied over het land en later op de avond en in de nacht zou het breed gaan opklaren.
Dit is een klassiek geval van bevriezing van natte weggedeelten, één van de soorten gladheid.
Zoals in veel weersituaties is de timing van strooien essentieel. Direct na de regen strooien zorgt voor te veel verdunning van het zout, zodat er mogelijk nog een keer gestrooid moet worden. Te lang wachten vergroot het risico op bevriezing voordat er zout op de weg ligt. Contact met de weerkamer is hierin van groot belang en gebeurde die avond en nacht ook voortdurend. Het juiste moment om te strooien kon hierdoor goed worden bepaald. Het strooizout zou dan ook nog een paar dagen mee kunnen voordat we op 19 en 20 januari met sneeuw te maken zouden krijgen.
19 en 20 januari zorgde een klein lagedrukgebiedje voor een zeer onzekere weersverwachting. Het lagedrukgebiedje kon worden getypeerd als een Polar low. Hier kan je meer lezen over de kenmerken van een Polar low. Deze Polar low trok dwars over het land. In het zuiden en zuidwesten kwam het uiteindelijk tot sneeuw, terwijl het oosten en noordoosten gevrijwaard bleven van enige neerslag. De zuidelijke provincies, maar ook regio's in Utrecht en Gelderland kregen met serieuze sneeuwval te maken.
Strooiwagens en schuivers reden af en aan, want op een aantal plaatsen viel meer dan 5 cm. In het Limburgse heuvelland liepen de hoeveelheden op tot rond de 10 cm. Dit zijn de dagen waarop zowel de gladheidsbestrijders als de meteorologen in de weerkamer de drukste dagen beleven om de wegen zo schoon en veilig mogelijk te houden. Een goede wisselwerking en communicatie tussen de coördinator en de meteoroloog is zo'n situatie essentieel.
Ook de laatste dagen van de januari maand kwam het nog geregeld tot gladheid. In Limburg was dit soms door sneeuwval, maar veel vaker was condensatie- of bevriezingsgladheid hier de boosdoener.
Februari heeft niet heel veel grootschalige gladheid opgeleverd, maar het is wel interessant om naar de hogere atmosfeer te kijken. Vanwege een verzwakking van de zogenaamde poolwervel kan er koude lucht vanuit het hoge noorden afzakken naar het zuiden. Dat noemen we ook wel een Sudden Stratospheric Warming, een SSW. De uitwerking van deze 'SSW' is niet altijd duidelijk in ons weerbeeld te herkennen, maar het kan wel degelijk. In deze blog geven we meer uitleg over de poolwervel. Als zo'n SSW plaatsvindt duurt het bij ons vaak een week of zes voordat we daar iets van merken aan winterweer in ons land. De SSW vond ongeveer begin februari plaats dus zes weken zou betekenen dat we er mogelijk halverwege maart mee te maken konden krijgen.
Nadat we eind februari nog een aantal keer te maken hadden met rijpvorming of bevriezing (veelal op regionale schaal), kregen we halverwege maart toch weer te maken met winterweer met ook sneeuw. Dit is heel goed te linken aan de SSW van begin februari. Het gebeurt niet altijd, maar dit jaar was dit mooi te zien.
In de periode van 7 t/m 15 maart kwam het geregeld tot sneeuwval of andere soorten gladheid. Het was niet vaak in heel Nederland, maar uiteindelijk heeft wel heel Nederland in die periode met enige vorm van sneeuw te maken gehad. De meeste gladheid vindt normaal gesproken plaats tussen 1 december en 28 februari, maar de laatste jaren komt het vaker voor dat we aan het einde van het seizoen nog druk zijn met de gladheidsbestrijding. Dit jaar was het dus in maart, maar de afgelopen twee jaar viel er zelfs nog sneeuw in april. Een SSW is zeker geen zekerheidje op winterweer in ons land, maar het kan dus wel. Het staat zeker nog in de kinderschoenen, maar dit jaar was een heel mooi voorbeeld van de ontwikkelingen om weersverwachtingen voor de langere termijn op te stellen.
Inmiddels is het eind maart en is het einde van het gladheidsseizoen heel dichtbij. Zoals eerder gezegd kan het nog tot sneeuw komen in april wat dan ook nog wel gladheid op kan leveren, dus helemaal klaar is het nog niet. Kijken we naar de welbekende pluimverwachting dan zien we vanaf zondag nog een aantal frisse nachten. Het kan dan zomaar nog een aantal graden gaan vriezen, mogelijk zelfs tot -5 graden.
Of dit gladheid gaat opleveren is zeer onwaarschijnlijk. De wegen zijn in april al flink opgewarmd en de nachten zijn een stuk korter, bovendien is de lucht erg droog. Het enige wat nog zou kunnen, want er staat geen sneeuw in de verwachting, is dat een enkele brug nog zou kunnen condenseren of rijpen. En als dat gebeurt dan is het veelal een stalen brug (of het fietspad bij Roosteren). Heb je deze niet in je gemeente of provincie dan kun je (bijna) ervan uit gaan dat het gladheidsseizoen erop zit. Uiteraard blijft Infoplaza tot op het laatste moment bewaken!
Over het algemeen verliep de winter zachter dan gemiddeld, maar toch was het een boeiend gladheidsseizoen. Alles kwam voorbij; sneeuw, ijzel, rijpvorming en bevriezing. Het gladheidsteam van Infoplaza wenst jullie een goede zomer en zien jullie graag in november weer terug voor een nieuw seizoen.